Marcel van Jole, een man voor alle seizoenen

Marcel, olie op doek, 1993, 60 x 60 cm
Elf in 1959 en mijn toekomst kondigde zich stralend aan: ik werd leerling aan het Koninklijk Atheneum van Hoboken, toen nog een instituut met reputatie.  Ik zou Latijn studeren, en mogelijk Grieks, en de te bewandelen weg tekende zich duidelijk af, een soort Yellow Brick Road naar maatschappelijk succes, eerst de advocatuur, daarna de politiek.  Of een doctoraat geschiedenis. Zoiets.  Gewoon een kwestie van die weg zingend af te huppelen.

O, ik was goed voorbereid.  Boekenwurm.  Uren neus en bril in geschiedenisboeken en historische romans. Ik verloor me in De Geschiedenis van Rome, Scipio was mijn held en voor de gebroeders Gracchus zou ik door het hellevuur gaan. Ik memoriseerde het Griekse heldenfirmament en in bed overliep ik de stambomen van vreemdsoortige halfgoden.  Het stratenplan van het antieke Rome verborg me geen geheimen, de GPS van het geheugen stippelde de weg van de tempel van Vesta tot het huis van Livia op de Palatijn, en zeker de thermen van Caracalla of Agrippa waren mij niet onbekend.  Ik doolde er met Cicero en klopte op de schonkige schouders van Ben Hur.

Maar na veertien dagen humaniora kreeg mijn branie een flinke opdoffer.  De leraar wiskunde, een zekere van Jole, besprak klassikaal de eerste schriftelijke ondervraging en vroeg wie die Van Riet was die het alsmaar over thermen had, ‘met th’, articuleerde hij  theatraal.  Trots stak ik mijn hand de hoogte in.  Eerste lauwerkrans, dacht ik.

Jaren later zou ik het begrip ‘Publikumsbeschimpfung’ leren, maar toen ervoer ik de betekenis aan den lijve.  Ik werd professioneel voor schut gezet, want ik had het over badhuizen durven hebben, en niet over punten, rechten en vooral.. termen!  Schaamrood. Een worm wilde ik toen zijn, een houtworm in de schrijfplank van de lessenaar.

Toch is het tussen ons nog goed gekomen.  Van Jole, inmiddels op de speelplaats gemeenzaam bekend als Marcel, wist te imponeren met zijn Jaguar (MK1?), niet meteen de typische auto die je in het ‘rode’ Hoboken mocht verwachten, en bleek een joviale, erg ondernemende maar tevens entertainende leraar te zijn, twinkle in the eye, die Pythagoras kleurrijk afstofte met de nieuwste moppen.

Ik zie nog de scène, hoe Marcel nonchalant op een punt van zijn pupiter zit alsof het een barkruk was,  en vertelt van  een schipper die naar de sasmeester op de kade roept dat zijn jongste, nog ongehuwde dochter zwanger is, ‘..maar we houden het stil !’. Hij savoureerde zijn succes als een echte standing up comedian.

Marcel verliet het Atheneum en mijn carrière op de schoolbanken werd bijgesteld richting Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen.  Ik had een eerste expositie en kort daarna meerdere bij Lens Fine Art.  Marcel van Jole volgde dat discreet, van op afstand, maar pikte snel de draad weer op.  En wanneer Marcel de draad oppikt dan is het een fameuze draad, een zoals die van Ariadne; hij loodste me door de voor mij nog immer bevreemdende wereld van Het Kunstgebeuren.  Marcel stond er op belangrijke momenten, legde contacten, opende onvermoede deuren,  porde aan, schreef teksten. Zo leerde ik hem beter en intiemer kennen, met als memorabel hoogtepunt toen we in 1979  naar Brazilïë reisden, voor mijn deelname aan de Biënnale van Sao Paulo, samen met Christiane, en in het gezelschap van Marcel Maeyer en de betreurde Urbain Mulkers.

Marcel als reisleider, another story.  Zeventien kerken, drie kloosters, vier musea en twee natuurparken per dag, voor minder gaat de zon niet op.  Reizen Om Te Leren. Doch ‘vermoeid én tevreden’ bespraken we elke avond de pracht die we weeral hadden mogen aanschouwen. We prezen ‘hem’ die het allemaal had uitgestippeld en gepland, en we bewonderden zijn vitaliteit en universele kennis.

In je leven heb je misschien een paar grote, fundamentele ontmoetingen.  Niet meer dan vingers aan één hand.  Mensen die je iets bepalends meegeven, je instrueren en je op weg zetten.  Je merken.  Die hun rijke kennis met je willen delen, genereus zijn én open voor de andere. Compagnons de route.

Zulke ontmoetingen zijn zeldzaam en per definitie een privilege. Mijn ontmoeting met Marcel hoort onbetwistbaar tot die hoge categorie. Ik ben hem erkentelijk voor zijn tomeloze inzet, zijn energie, zijn onbaatzuchtige vriendschap.  Ik ben hem dankbaar voor de grote momenten, zoveel herinneringen om te koesteren.

Ik heb daar geen termen voor.
Tekst voor het huldeboek ‘Marcel van Jole, een man voor alle seizoenen’


Dit prachtige artikel uit 2014 kwamen we tegen op de blog van Jan Vanriet en wilden we u zeker niet onthouden.

Schilder Jan Vanriet is geboren in Antwerpen op 21 februari 1948.
In 1972, na het beëindigen van zijn studies aan de Koninklijke Academie, exposeert hij een eerste keer in galerie De Zwarte Panter. Evenwel meteen daarna begint een samenwerking die tien jaar zal duren met Jan Lens en diens galerie Lens Fine Art.
Tijdens deze periode ontwikkelt hij zich vooral als voortreffelijk aquarelschilder en worden enkele boeken uitgegeven, Maria Lecina, Dood in Venetië, Het teken van de hamster.


Vanriet schrijft ook. Hij publiceert dichtbundels bij Manteau  (o.a.Vast Tapijt) en in opdracht van BRT-radio schrijft hij de gedichtensuite Staat van beleg, waarvoor Bob Porter muziek zal componeren. Hij publiceert in weekbladen zoals Vrij Nederland en voor het maandblad Avenue verzorgt hij de redactie van de literaire bijdrage uit België. Hij wordt ook directeur van de Stedelijke Academie te Hoboken.
De indrukwekkende biografie kan u hier terug vinden.

Reacties

Populaire posts